Draagkracht

Ecologisch

De positieve en negatieve effecten van toerisme en recreatie op natuur en milieu, waaronder uitgaven aan de instandhouding van natuur, de verstoring van habitats, afval en vervuiling, CO2 uitstoot, verbruik van energie en water, etc.

Wat is ecologische draagkracht? 

De ecologische draagkracht staat voor de toeristisch-recreatieve druk die een bestemming aan kan, zonder dat er onherstelbare schade aan de natuurlijke omgeving ontstaat. Het bepalen van deze draagkracht specifiek voor toerisme en recreatie is complex, omdat de natuurlijke omgeving onder invloed staat van vele vormen van gebruik - denk bijvoorbeeld aan verkeer, industrie en landbouw. Oorzaken van ‘schade’ kunnen daarom niet altijd één op één gerelateerd worden aan toerisme en recreatie. Bovendien zijn de impact van toerisme en recreatie sterk afhankelijk van de aard van het toeristisch gebruik in tijd en ruimte en is de draagkracht niet zozeer uit te drukken in een maximum getal. Een veelgebruikte methode om toch kaders te creëren voor een duurzame vorm van toerisme en recreatie is het ‘Limits of Acceptable Change’-model. Achterliggend gedachtegoed is dat toerisme en recreatie vrijwel altijd leiden tot impact en veranderingen in de natuurlijke omgeving. Desondanks willen veel partijen wel een bepaalde mate van bezoek faciliteren, omdat dit kan bijdragen aan de gezondheid (mentaal en fysiek) en bewustzijn van bezoekers en het genereren van inkomsten voor het behoud en verbeteren van de natuurlijke omgeving. Het ‘Limits of Acceptable Change’-gedachtengoed streeft dus naar het vinden van een optimum, een compromis tussen twee tegengestelde doelen: het beschermen van natuurwaarden én het faciliteren van bezoek. Effectieve maatregelen komen tot stand door eerst een analyse van het gebied (zowel ecologisch als toeristisch-recreatief) te maken, en voor beide de gewenste doelen te bepalen. Hiertoe worden vaak verschillende zones in een gebied onderscheiden, op basis van ecologische waarden en de ruimtelijke verdeling van recreatie en toerisme (recreatiezonering). Door betrokken stakeholders wordt gezamenlijk bepaald wat het aanvaardbare compromis is.

In de studie van Alterra is dit verwoord in het volgende stappenplan

Opstellen communicatieplan
In beeld brengen van alle belangengroepen: niet alleen natuurbeschermingsorganisaties en recreatieondernemers, maar ook boeren, omwonenden, beleidsmakers enz. Bepalen van een communicatiestrategie, die geschikt is om al deze belangengroepen goed en transparant te betrekken. 

Vaststellen natuur- en recreatiedoelen

  • Vaststellen natuurdoelen: natuurdoelen hebben meestal betrekking op de instandhouding van habitattypen (soorten leefomgeving) en soorten flora en fauna. Deze doelstellingen komen voort uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000), de Kader Richtlijn Water en/of de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Dit zijn juridisch afdwingbare natuurdoelen, daarnaast kan er sprake zijn van natuurambities, gewenste natuurdoelen. De te behalen natuurdoelen moeten voor alle bovengenoemde belangengroepen voldoende duidelijk zijn.
  • Vaststellen recreatiedoelen: ook de recreatiedoelen en ambities moeten zo goed mogelijk in kaart gebracht worden. De ruimte voor verdere recreatieve ontwikkeling en de haalbaarheid van de recreatiedoelen kan in de vervolgstappen worden meegenomen.

Analyse huidige situatie natuur en recreatie

  • Analyse huidige staat natuurdoelen: voor de betreffende habitattypen en soorten flora en fauna moet een analyse plaats vinden van de lokale staat van instandhouding. Idealiter is deze informatie beschikbaar op basis van de monitoring van bestaande beheerplannen. Uit de analyse blijkt of de natuurdoelen in de huidige situatie al worden behaald en of er sprake is van een positieve- of negatieve trend.
  • Analyse huidig en gewenst recreatief gebruik: Inzicht verkrijgen in het huidige recreatieve gebruik van een (natuur)gebied. Het gaat dan om het ruimtelijk gebruik (welke gebiedsdelen zijn wel/niet toegankelijk), het gebruik in de tijd (gedurende het etmaal en de seizoenen) en de recreatie-intensiteit.

Analyse kansen en knelpunten

Door de informatie uit stap twee en drie met elkaar te vergelijken (bij voorkeur op GIS kaarten) kan inzichtelijk worden gemaakt waar sprake kan zijn van ecologische knelpunten enerzijds en ontwikkelingsruimte voor recreatie anderzijds. Hieruit blijkt feitelijk de ecologische draagkracht! Voor het benutten van de ontwikkelruimte zijn er in sommige gebieden vele belanghebbenden. Het stappenplan zoals hier beschreven vraagt om een veelvoud aan kennis over ecologie, recreatie en andere factoren, maar het vraagt vooral ook om kennis over de interactie daartussen. Juist die interactie en of dit nu wel of niet acceptabel is, leidt in de praktijk vaak tot discussie. 

Ontwikkeling beheer- en herinrichtingsplan
Primair gaat het in dit plan op het bereiken van de natuurdoelen, maar ook op de voorzieningen en informatie die nodig zijn om de gewenste mate en aard van recreatie te faciliteren (of daartoe te beperken). Ook het management van een gebied moet daarop worden ingericht: welke mate van handhaving en toezicht is nodig om ongewenste impact te voorkomen en is dit ook mogelijk? Dit kan mede bepalend zijn voor de mate van bezoek dat een gebied kan faciliteren.

Monitoring en trendanalyse
Ten slotte moeten indicatoren worden gekozen die kunnen worden beschouwd als graadmeter voor de situatie. Het is van belang een beperkt aantal indicatoren te kiezen, die gemakkelijk bijgehouden kunnen worden. De indicatoren moeten vooral laten zien of veranderingen in de natuurwaarden binnen de aanvaarde grenzen blijven. Denk bijvoorbeeld aan de status van cruciale soorten flora en fauna en veranderingen daarin. Wanneer de aanvaarde grenzen worden overschreden of er sprake is van een negatieve tendens, dan moet nadrukkelijk worden ingegrepen om de natuurwaarden te beschermen. De indicatoren moeten ook laten zien of de intensiteit van het bezoek en de bezoekerservaring aansluiten op de gewenste situatie.

Uit het bovenstaande blijkt dat er geen universele indicatoren voor alle gebieden kunnen worden gekozen. Dit is afhankelijk van specifieke gebiedskenmerken en natuurdoelen en moet door de stakeholders gezamenlijk worden bepaald.


NB: overigens kan ecologische draagkracht in breder perspectief niet los worden gezien van de klimaatdoelen die Nederland en Europa hebben vastgesteld. Ook toerisme en recreatie moeten hieraan een bijdrage leveren en zullen dus moeten werken aan het minimaliseren van de CO2-uitstoot, afval, waterverbruik etc.

Waarom van belang voor balans?

De beleving van natuur en landschap behoren tot de belangrijkste redenen voor het bezoek aan een bestemming, voor toeristen, maar ook voor recreatie door eigen inwoners. Maar juist natuur en landschap zijn vaak kwetsbaar voor de impact van dit bezoek. Deze ecologische impact zijn eerder in dit rapport uitgebreid beschreven. Indien de impact op natuur en landschap de ecologische draagkracht overschrijden is dit allereerst zeer kwalijk vanuit het perspectief van natuurbeheer en biodiversiteit. Echter, ook de toeristisch-recreatieve waarde van de bestemming wordt daarmee aangetast, bezoekers zullen wegblijven als de beleving van natuur en landschap niet meer goed mogelijk is. Het is dan ook van groot belang om aandacht te hebben voor de ecologische draagkracht van bestemmingen.

Toepassing in de praktijk

Het onderwerp is complex, omdat de ecologische draagkracht verschilt per biotoop en landschapstype. Zoals in de introductie vermeld, staat de natuurlijke omgeving onder invloed van vele vormen van gebruik - naast toerisme en recreatie bijvoorbeeld ook verkeer, industrie en landbouw. Oorzaken van ‘schade’ kunnen daarom niet altijd één op één gerelateerd worden aan toerisme en recreatie. Het is dus niet zozeer mogelijk om de draagkracht uit te drukken in een maximum aantal bezoekers. Het gedachtegoed van ‘Limits of Acceptable Change’ / recreatiezonering is een meer praktische benadering, die streeft naar het vinden van een optimum tussen twee tegengestelde doelen: het beschermen van natuurwaarden én het faciliteren van bezoek. Door betrokken stakeholders wordt gezamenlijk bepaald wat het aanvaardbare compromis is.

Veelgebruikte indicatoren

Een standaardlijst van indicatoren is gezien het voorgaande niet direct aan de orde. Geadviseerd wordt om in samenwerking met alle belanghebbenden bovengenoemd stappenplan te doorlopen. Indicatoren die daarbij relevant zijn, komen voort uit de natuurdoelen die gelden in het betreffende gebied en die zijn vastgelegd in natuurbeheerplannen.

Voorbeelden en studies

Goede voorbeelden

Veluwe
Voor de Veluwe is in samenwerking met terreineigenaren, overheden, bewoners, gebruikers (recreanten), natuurorganisaties en (recreatie)ondernemers het Recreatiezoneringsplan Veluwe opgesteld. Het startpunt voor de zonering is het behalen van Natura 2000-doelen. Eén daarvan is het streven naar herstel van de populaties van zeven verstoringsgevoelige vogelsoorten. Als deze populaties zich herstellen, is dat een graadmeter voor herstel van veel andere soorten. Belangrijk uitgangspunt in het Recreatiezoneringsplan is het verleiden en geleiden van recreanten: de bewoners, ondernemers, gebruikersgroepen en toeristen. Om zo de nodige rust voor de natuur te bereiken en tegelijkertijd de recreant volop te laten genieten. Bij het maken van het plan is daarom rekening gehouden met bestaande recreatieve routes, woonkernen, horeca, infrastructuur en vakantieparken.

Noord-Holland
In Noord-Holland is sprake van een sterk groeiende en veranderende recreatiedruk. De huidige natuur- en recreatiegebieden hebben geen oneindige capaciteit om deze groei op te vangen en de draagkracht van de natuur laat niet in alle gebieden toenemende recreatie toe. Daarom is een regio-overstijgend onderzoek uitgevoerd naar het ‘functioneren’ van de gebieden (aanbod) in relatie tot de ontwikkeling van de vraag. Hoe verhouden de gebieden zich tot elkaar, kan het recreatieve gebruik geoptimaliseerd worden en wat zijn de gebiedsoverstijgende opgaven voor de toekomst? Er is een bovenregionale analyse gemaakt en een analyse op gebiedsniveau.

Nationaal Park Zuid-Kennemerland
In de visie Duurzaam toerisme van Nationaal Park Zuid-Kennemerland wordt beschreven hoe men kwetsbare natuur wil laten samengaan met de groei van toerisme en recreatie.

Relevante achtergrondinformatie

LAC

Het gedachtegoed van het Limits of Acceptable Change’-model wordt beschreven in de publicatie ‘The limits of acceptable change (LAC) system for wilderness planning’ van Stankey e.a. (1985).

Alterra

Alterra heeft een uitgebreide studie uitgevoerd naar recreatie en natuur in Natura 2000 gebieden en sluit af met het stappenplan dat in dit hoofdstuk werd beschreven.