Impact

Toeristisch-recreatieve druk

Toeristische druk is het startpunt voor een analyse van balans. Dit geeft inzicht in de omvang van toerisme en recreatie op een bepaalde plek op een bepaald moment. Toeristische druk kan zorgen voor zowel positieve als negatieve effecten op natuur & milieu, op sociaal maatschappelijk- en economisch vlak.

Wat is toeristisch-recreatieve druk?

Toeristisch-recreatieve druk is het startpunt voor een analyse van balans. Toeristisch-recreatieve druk geeft inzicht in de omvang van toerisme en recreatie op een bepaalde bestemming. De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur maakt in haar rapport Waardevol toerisme: onze leefomgeving verdient het onderscheid tussen drie aspecten van druk:

  • de verhouding tussen de aantallen bezoekers (recreanten en toeristen) en de aantallen inwoners op een bepaalde locatie, oftewel de intensiteit van toerisme en recreatie;
  • de verhouding tussen aantallen bezoekers (recreanten en toeristen) en de oppervlakte van een bestemming, oftewel de dichtheid van toerisme en recreatie;
  • de manier waarop de toeristen de ruimte en de voorzieningen gebruiken en hoe zich dit verhoudt tot de lokale gebruiken en gewoonten, oftewel het gedrag van bezoekers.

De intensiteit is een veelgebruikte methode om de drukte in een gebied in kaart te brengen. Bij deze ratio wordt het aantal bezoekers afgezet tegen het aantal inwoners in een gebied. Hoe hoger de ratio, hoe hoger de intensiteit en dus hoe hoger het aantal bezoekers ten opzichte van het aantal bewoners in een gebied. De intensiteit wordt vaak in combinatie met dichtheid (aantal bezoekers/overnachtingen per km2) gebruikt als indicatoren voor druk in een gebied.

Wanneer de toeristisch-recreatieve druk op een bestemming hoog is (dus hoge ratio’s), hoeft dit niet automatisch te betekenen dat er sprake is van overlast of schade. Dit hangt nauw samen met de draagkracht van de leefomgeving van een bestemming. Indien deze niet toereikend is voor de toeristisch-recreatieve druk, kan er overlast of schade ontstaan. Bijvoorbeeld schade aan een natuurgebied als gevolg van meer bezoekers ten opzichte van wat het natuurgebied aan kan.


In veel internationale studies wordt vooral ingezoomd op toeristische druk en wordt het aantal gasten of overnachtingen in accommodaties als indicator afgezet tegen het aantal inwoners of de oppervlakte van de regio. Op deze manier wordt geen inzicht geboden in de recreatieve druk, het vrijetijdsgedrag van eigen inwoners en de druk die dat kan leggen op natuur- en recreatiegebieden, binnensteden etc. Terwijl deze berekening wel gemaakt kan worden indien cijfers over recreatief bezoek (dagbezoek/recreatie door eigen inwoners) bekend zijn.


Opmerkelijk is dat zowel intensiteit als dichtheid al een combinatie maken van de toeristisch-recreatieve druk in relatie tot de bestemming (aantal inwoners, oppervlakte) en daarmee impliciet al iets zeggen over de verhouding tot draagkracht. Zonder inzicht in de overige aspecten van draagkracht hebben deze ratio’s echter nog weinig zeggingskracht.

 

Het is belangrijk om de toeristisch-recreatieve druk op verschillende momenten en plekken te monitoren, aangezien de intensiteit kan veranderen in tijd (bijvoorbeeld piekperioden) en ruimte (drukbezochte plekken versus rustige plekken). Daarnaast is niet alleen de huidige situatie van belang, maar ook de verwachte ontwikkeling van de intensiteit.


In veel internationale onderzoeken wordt ook het aspect seizoensmatigheid toegevoegd. De seizoensmatigheid geeft aan in hoeverre toerisme en recreatie geconcentreerd zijn in een bepaalde periode. In typische vakantiebestemmingen is de seizoensmatigheid vaak heel hoog, aangezien de meeste overnachtingen plaatsvinden in bijvoorbeeld de zomermaanden. Dit geeft dan ook een mate van druk op een plek in een specifieke periode.


Een andere veelgebruikte methode is de Tourism Penetration Index (TPI) van McElroy & Albuquerque, deze methode combineert verschillende indicatoren met elkaar tot één index (zie berekening in indicatorlijst). Deze index neemt ook toeristische en recreatieve druk mee, maar meet vooral de impact van toerisme op sociaal, economisch en milieu gebied. Hoe dichter bij de 1 hoe groter de penetratie op sociaal, economisch en milieugebied is. Op zich zegt het getal zelf niet zo veel. Het wordt interessant als het met andere bestemmingen kan worden vergeleken, of voor één bestemming voor (intervallen van) meerdere jaren achter elkaar.

Waarom relevant voor balans?

Intensiteit is een belangrijke basisindicator voor toeristisch-recreatieve druk, samen met dichtheid en seizoensmatigheid. Deze ratio’s bieden op een objectieve manier inzicht in de toeristisch-recreatieve druk in een gebied. Echter, in het balansvraagstuk is de gepercipieerde drukte minstens zo belangrijk. Deze ervaren drukte wordt uitgebreid beschreven bij de hoofdstukken sociaal-maatschappelijke impact en sociale draagkracht. Indien de toeristisch-recreatieve druk hoog is, hoeft het dus niet direct te betekenen dat er sprake is van ‘disbalans’, dit hangt af van de (sociale) draagkracht van een bestemming. Uiteraard geeft het wel tekenen dat het toerisme en/of recreatie  op bepaalde momenten uit balans kan raken.

Toepassing in de praktijk

Allereerst is het belangrijk om enkele cijfers te verzamelen over de omvang van toerisme en recreatie. Hoeveel recreanten en bezoekers hebben het gebied bezocht en in een bepaalde periode? Deze basisdata heb je ook nodig om de eerder genoemde ratio’s voor toeristische en recreatieve druk te berekenen. In de praktijk zie je vaak dat cijfers over dagbezoekers (recreatie), niet altijd (volledig) beschikbaar zijn.


Voor het berekenen van de ratio’s intensiteit, dichtheid, de Tourism Penetration Index (TPI) en seizoensmatigheid zijn, naast cijfers over de omvang, ook cijfers nodig over het aantal inwoners en de omvang van het gebied. Bij de TPI zijn zelfs nog meer indicatoren nodig. Hier worden ook onder andere het aantal bedden, verblijfsduur en bestedingen meegenomen.  


Voor de toeristische druk (intensiteit en dichtheid) zijn de berekeningen voor provincies en COROP gebieden al gemaakt (zie overzicht indicatoren), op basis van de Statistiek Logies Accommodaties (SLA) van CBS. Echter moet hierbij wel rekening mee gehouden worden dat deze data niet alle overnachtingen omvatten. Overnachtingen op een vaste standplaats of in een tweede woning, in particulier verhuurde accommodaties en op boten zijn hierin niet meegenomen.

Het liefst wil je de intensiteit zo lokaal of regionaal mogelijk meten. Overwogen kan worden om gebruik te maken van lokale data over overnachtingen, bijvoorbeeld ontleend aan de administratie toeristenbelasting.


Omdat overnachtingen slechts een deel zijn van de totale bezoekersdruk, is het van belang om ook oog te hebben voor dagbezoek. Dit omvat zowel bezoekers uit de directe omgeving als van verder weg. Deze data zijn niet op lokaal niveau beschikbaar, maar op basis van bestaande data uit het voormalige ContinuVrijeTijdsOnderzoek zijn wel schattingen te maken, zoals in het model ForVisit. Momenteel wordt een nieuw onderzoek naar het vrijetijdsgedrag van Nederlanders uitgevoerd, dat ook weer gebruikt kan worden in deze berekening (cijfers beschikbaar begin 2024). Overwogen kan worden om data te verzamelen over aantallen dagbezoek in een specifiek (natuur)gebied, bijvoorbeeld door metingen via één van de mogelijke meetmethoden (zoals bijvoorbeeld de bezoekersonderzoeken van Staatsbosbeheer die zijn uitgevoerd in bijna alle provincies).


Bij de recreatieve druk kan je met behulp van aantallen bezoekers ook de recreatieve dichtheid berekenen. Dit gaat op dezelfde manier als bij toeristische druk, waarbij je het aantal bezoekers afzet tegen de omvang van het gebied. De seizoensmatigheid zou ook berekend kunnen worden, indien deze data voor dagbezoek op bijvoorbeeld maandniveau beschikbaar is.

Veelgebruikte indicatoren

Offline: This content can only be displayed when online.

Voorbeelden en studies

Goede voorbeelden

Staat van bestemming Nederland
In de “Staat van bestemming Nederland” is voor alle provincies in Nederland de toeristisch-recreatieve druk berekend en weergegeven in de kaart van Nederland. Hoe donkerder de kleur van de provincie hoe hoger de intensiteit (linker plaatje) en hoe hoger de dichtheid (rechter plaatje). Het hoeft niet altijd te betekenen dat een hoge intensiteit automatisch ook een hoge dichtheid betekent. Voor de provincie Zeeland is dit in 2021 wel het geval geweest. Hier zie je dat zowel de intensiteit en dichtheid hoog ligt. Bij Zuid-Holland is dit anders. Hier zie je dat de intensiteit relatief laag is ten opzichte van andere provincies, de dichtheid daarentegen is wel hoog. Bij de duiding van de cijfers is het belangrijk om de lokale context te bekijken. De hogere dichtheid van Noord-Holland zou kunnen komen door het hoge aandeel overnachtingen in Amsterdam, terwijl bij intensiteit meespeelt dat Amsterdam en omgeving ook veel bewoners kent. De toeristisch-recreatieve druk middelt dan iets uit. Aangezien er regionaal en zelfs op wijkniveau grote verschillen kunnen zijn, is het van belang om de data nog verder te regionaliseren om een goed beeld van de toeristische intensiteit te hebben. Dit helpt ook in de duiding van de resultaten. Bron: Staat van bestemming Nederland, NBTC 

Kaart nederland met de regionale verschillenn intesiteit en dichtheid

Bezoekers Informatie Monitor
Toerisme Veluwe Arnhem Nijmegen verzamelt samen met partner Resono feitelijke data over drukte op meer dan 200 recreatieve locaties, zoals binnensteden, attracties en natuurgebieden. Deze data wordt voor bezoekers ontsloten via een drukterader. Partijen werkzaam in de sector kunnen de data raadplegen via de Bezoekers Informatie Monitor en zo inzicht verkrijgen in actuele drukte en bezoekpatronen.

Bezoekersonderzoek Natuur- en Recreatiegebieden
In samenwerking met Staatsbosbeheer en de provincies heeft NBTC-NIPO research bezoekersonderzoeken uitgevoerd in natuur en recreatiegebieden. In bijna alle provincies is dit onderzoek uitgevoerd. Op de websites van de desbetreffende provincie kunnen de rapportages geraadpleegd worden. Zie hier een voorbeeld van een bezoekersonderzoek in provincie Overijssel.

Relevante achtergrondinformatie

Dashboard Staat van bestemming Nederland
In het Dashboard Staat van bestemming Nederland worden zeer veel indicatoren bijeen gebracht, met onderscheid naar de thema’s bezoekers, bewoners en bedrijven.

Raad voor de leefomgeving en infrastructuur
In het advies ‘Waardevol toerisme: onze leefomgeving verdient het’ benadrukt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur het belang van bestemmingen in balans. De Raad geeft diverse handreikingen ten aanzien van beleidsinstrumenten die kunnen worden ingezet.

Data & Development Lab
Het Data & Development Lab van NBTC, CBS en CELTH heeft een objectieve vergelijking gemaakt van diverse instrumenten die drukte meten en kunnen worden ingezet bij bezoekersmanagement. Hiermee kunnen bestemmingen kiezen welke druktemonitor voor hen geschikt is.

Data & Development Lab

Het Data & Development Lab van NBTC, CBS en CELTH heeft een uitgebreide vergelijking gemaakt van meetmethoden voor dagbezoek, waarmee bestemmingen kunnen kiezen welke methode het meest geschikt is voor hun vraagstuk.

Wageningen Universiteit
Wageningen Universiteit maakte in 2015 eveneens een vergelijking van meetmethoden, maar dan specifiek voor het bezoek aan natuurgebieden, Monitoringsmethoden voor aantal bezoeken aan natuurgebieden met elkaar vergeleken.